Overzicht toprisico's
In de voorbereiding op deze jaarrekening zijn de risico’s geïnventariseerd en geactualiseerd. In het hieronder weergegeven overzicht zijn de risico's gepresenteerd met de grootste netto impact; dat wil zeggen effect x kans groter dan € 250.000.
|
Toelichting op risico's
Grondexploitatie
Uit de meest recente risicoanalyse van de grondexploitaties (Zevenaar-Oost, Babberich, Centrumplan, Rijnark Lobith en Uuleveld Pannerden) blijkt dat het totale risicoprofiel van de grondexploitaties is gecalculeerd op € 9.907.000. Ten opzichte van het risico in de meerjarenbegroting 2019-2022 betekent dit een afname van € 2.496.000. In de paragraaf Grondbeleid is een specificatie van de cijfers in tabelvorm opgenomen. Ook is daar een toelichting op de verschillen opgenomen waarvan de belangrijkste zijn:
- Het risico in het kader van het Regionaal Programma Werklocaties (RPW) is bijgesteld op basis van een actuele kaart van de provincie Gelderland welke was toegevoegd aan de zgn. Ruimtelijke Uitwerking. Dit betekende een verlaging van het aantal te schrappen vierkante meters. Gelet op de interesse voor het businesspark 7Poort wordt het RPW-risico bovendien lager ingeschat.
- Omdat we de grondopbrengsten voor de Landeweer, in het kader van de waardering van de grondexploitaties, naar beneden hebben bijgesteld neemt het risico wat we in de vorige risicoanalyse hadden opgenomen, af.
- De ontwikkeling van het Outletcenter komt steeds dichterbij waarmee het risico op het niet-ontwikkelen afneemt.
- Het risico op vertraging van de gronduitgifte en hogere kosten voor civieltechnisch werk neemt af door verkorting van de looptijd van een aantal deelgrexen en doordat kosten inmiddels zijn gerealiseerd.
- Het renterisico heeft een grotere impact op deelgrondexploitaties met een hogere boekwaarde waardoor op dit punt een hoger risico ontstaat.
Sociaal domein
De prognose voor het toekomstige gebruik van jeugdzorg en Wmo is nog steeds moeilijk te maken. De gemeente is hierbij van tal factoren afhankelijk die buiten de invloed sfeer van de gemeente liggen. In de voortgangsrapportage 2019 en kadernota 2020-2023 zijn als gevolg van de realisatie in het verleden en in het kader van realistisch begroten de budgetten voor het sociaal domein fors bijgesteld. Hierdoor zal het risico ten opzichte van de deze inventarisatie dalen, maar er zal altijd nog een risico blijven bestaan. Het huidige risico is gebaseerd op het huidige kostenniveau voor de gemeente Zevenaar. Dit omvat een bedrag van € 1 miljoen (RIB 2018-100), waarbij de kans van voordoen wordt gesteld op 90%. Naast het risico op deze onderdelen van het sociaal domein zijn ook nog risico's voor de andere onderdelen bepaald. Gedurende 2019 zal deze risico-inventarisatie verder worden verfijnd.
Tekort op het I-deel / BUIG
In de Businesscase heeft de RSD de opdracht gekregen om zich verder te ontwikkelen tot een netwerkorganisatie. De effecten van de Businesscase zijn verwerkt in de begroting. Een belangrijke besparing in de businesscase is de daling van het aantal bijstandsgerechtigden. Het risico bestaat dat de veronderstelde daling niet wordt gerealiseerd, waardoor een nadeel ontstaat bij het I-deel. Dit risico in combinatie met de schommeling in de BUIG geeft aanleiding een risico op te nemen in de weerstandsparagraaf. Het risico wordt op basis van recente cijfers van de RSD ingeschat op maximaal € 1 miljoen.
Verbonden Partijen
De begrote jaarlijkse bijdrage van onze gemeente aan Verbonden partijen is ongeveer 20 miljoen. Het risico bestaat dat Verbonden Partijen in een bepaald jaar een hogere bijdrage nodig hebben dan begroot. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan bij onverwachte tegenvallers in hun exploitatie. Omdat de verbonden partijen in hoofdzaak niet beschikken over een eigen weerstandsvermogen, worden deze tegenvallers in rekening gebracht bij de gemeente. We gaan voor de inschatting van het risico uit van maximaal 5% van de totale jaarlijkse bijdrage. In deze begroting is een algemeen risico op de verbonden partijen opgenomen.
Wachtgeld wethouders
Om de wethouders te beschermen tegen de gevolgen van werkloosheid na het wethouderschap geldt een wachtgeldregeling. Na het wethouderschap ontvangt een wethouder een Appa-ontslaguitkering, tenzij de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Dit is geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Waarom het wethouderschap beëindigd is hierbij niet van belang; het recht op de uitkering bestaat ongeacht de reden van het aftreden. De specifieke aanspraak en omvang kunnen pas worden bepaald op het moment dat zich dit voordoet. Omdat dit risico omvangrijk kan zijn wordt dit meegenomen bij het bepalen van het weerstandsvermogen.
Verbouw en exploitatie HAL 12
Het totale risicoprofiel in voorliggende jaarrekening is onder te verdelen in een bouwrisico van € 503.000,- en een exploitatierisico van € 219.000.
De risico’s met betrekking tot de bouw zijn gerelateerd aan het bouwkrediet (incidenteel). De exploitatierisico’s hebben betrekking op de meerjarenbegroting en de bedragen die hiervoor (structureel) zijn opgenomen.
Het risicoprofiel ten aanzien van de bouw bedroeg in de meerjarenbegroting 2019-2022 € 355.000 en dat van de exploitatie € 308.000. Het bouwrisico is dus met € 148.000 toegenomen. Met betrekking tot de exploitatie is sprake van een afname van € 89.000.
HAL12 wordt gebouwd in een moeizame markt, waarin overduidelijk sprake is van een hoogconjunctuur. Personeel is schaars, materialen zijn duur en er is werk in overvloed. De gemiddelde bouwkosten in Nederland zijn in 2018 dan ook hard gestegen, met maar liefst 8,5 procent.[1] Dit is ook bij de ontwikkeling van HAL12 duidelijk merkbaar. In combinatie met het gekozen aanbestedingsconstruct van engineer en build maakt dit het lastig strak op het budget te kunnen sturen.
De hogere bouwkosten (€ 200.000) komen met name voort uit tijdens de engineersfase geconstateerde noodzakelijke aanpassingen vanwege (brand)veiligheidsvoorschriften. De constructies van een aantal compartimenten dienen zwaarder uitgevoerd te worden om voldoende draagkracht te realiseren. Het gaat hierbij om vloeren en staalconstructies. Vanwege brandweervoorschriften zijn aanpassingen aan brandbestendige scheidingen noodzakelijk.
Ook is er sprake van hogere advieskosten. Deze zijn onder meer gerelateerd aan de -tijdens de engineersfase uitgevoerde- additionele werkzaamheden. Hierin zijn ook kosten die de gemeentelijke organisatie voor het project maakt meegerekend.
Ten aanzien van de hogere bouw- en advieskosten is daarom een raadsvoorstel aan u voorgelegd ter behandeling in de raadsvergadering van 15-05-2019. In dit voorstel is enerzijds extra budget gevraagd en zijn anderzijds voorstellen gedaan omtrent bezuinigingen binnen het project. Omdat deze bezuinigingen vergaande gevolgen hebben voor het project en deze in feite onwenselijk zijn, is in voorliggend risicoprofiel rekening gehouden met hogere kosten, zonder rekening te houden met deze bezuinigingen.
Indien u mocht besluiten tot het verstrekken van extra krediet al dan niet in combinatie met bezuinigingen, dan kan het risicoprofiel van Hal 12 in een volgend P&C document (meerjarenbegroting 2020-2023) naar beneden kunnen worden bijgesteld.
De afname van het risicoprofiel met betrekking tot de exploitatie van Hal12 is toe te schrijven aan het feit dat het project verder gevorderd is en steeds meer inzichtelijk is hoe de toekomstige exploitatie er uit ziet. Omdat de exploitatie nog moet starten blijven er echter onzekerheden bestaan waarvan op dit moment niet zeker is of deze volledig binnen de gemeentelijke begroting kunnen worden opgevangen.
Vervangen essen in verband met schimmel
In de gemeente Zevenaar staan ongeveer 5.000 essen. Landelijk gaan veel essen dood als gevolg van het vals essenvlieskelkje, een schimmel uit Azië waar onze inlandse essen niet tegen kunnen. Ook in Zevenaar is reeds een aanzienlijk deel van de essen aangetast. Naar verwachting zal op termijn 25% van de essenpopulatie moeten worden vervangen door andere boomsoorten.
Algemene uitkering
De jaarlijkse verhogingen of verlagingen (het accres) van het gemeentefonds zijn onzeker. Het gemeentefonds ontwikkelt zich evenredig aan de rijksuitgaven. Nemen de rijksuitgaven toe, dan neemt ook de algemene uitkering toe. Bij een afname van de rijksuitgaven geldt het omgekeerde. De hoogte van de algemene uitkering is hierdoor afhankelijk van omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de gemeenten liggen.
[1] Artikel “Stijging bouwkosten: alles wat u moet weten”, uit Cobouw, vakblad voor de bouw, 28 mei 2018: https://bit.ly/2F0tEQ2