Analyse rente en afschrijving
Bespaarde rente
Met ingang van 2018 is besloten geen "bespaarde" rente meer te berekenen. Bespaarde rente is de rente die berekend wordt over de reserves (eigen vermogen) en voorzieningen om zo de omvang van deze “spaarpotjes” te laten groeien, zodat deze meegroeien met de kostenontwikkeling. Bespaarde rente is geen uitgave, maar een administratieve methode om rente door te belasten via investeringen aan de exploitatie en ten gunste van het eigen vermogen of voorzieningen te brengen. Dit is onafhankelijk van de wijze van financiering (met eigen of met vreemd vermogen).
Werkelijke rente
De werkelijk rente is de rente die we betalen voor de aangetrokken vaste geldleningen aan financiële instellingen waar we deze leningen hebben afgenomen.
Rente aan de grondexploitatie
Over de boekwaarde van de complexen wordt elk jaar rente berekend en bijgeschreven op de boekwaarde. Volgens de voorschriften is het verplicht om rente over de boekwaarde van de bouwgronden in exploitatie (BIE) te berekenen en toe te rekenen (mede in relatie met de vennootschapsbelasting). Het percentage voor de nieuwe gemeente is maximaal het gewogen gemiddelde van de rente die de gemeente werkelijk betaald over het vreemde vermogen zijn, waarbij de verhouding van de totalen van het vreemde en totale vermogen moet worden betrokken. Voor 2018 is dit percentage 2,28. In totaal is in 2018 € 1.970.963 aan rente toegerekend aan de grondexploitaties.
Afschrijvingen
Afschrijven is het boekhoudkundig verwerken van de waardevermindering van uitgaven, waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt, genaamd investeringen of kapitaalgoederen . Het afschrijvingsbedrag vormt een kostenpost op de taakvelden van de exploitatie. De afschrijvingskosten worden bepaald door de aanschafwaarde te delen door de technische of economische levensduur. In onze gemeente wordt volgens de lineaire methode (vast bedrag per jaar) afgeschreven.
De vertraging of versnelling van voorgenomen investeringen leidt tot onvermijdelijke afwijkingen in de afschrijvingen. Voor de verschillen in de investeringsbedragen verwijzen wij u naar het kredietoverzicht dat als bijlage in deze jaarrekening is opgenomen.
Niet alle afwijkingen van de afschrijvingen leiden tot een resultaat door een relatie met een reserve of verhaal via een rijkssubsidie zoals de herindelingsgelden. Hieronder is aangegeven welke afwijkingen een effect hebben op het rekeningsaldo.
Exploitatie (bedragen x € 1.000) | Primitieve begroting | Na wijziging | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|---|
Afschrijvingen | -4.869 | -5.303 | -5.528 | -225 |
Resultaat 2018 | -4.869 | -5.303 | -5.528 | -225 |
Afschrijvingen
1. Afwijkingen per programma van afschrijvingen zonder effecten op het rekeningsaldo na winstbestemming:
Programma | Omschrijving investering | bedrag (x € 1.000) |
0 | ICT-plan herindeling (uit ARHI-gelden) | -272 |
0 | ICT-Samenwerking Liemers | -26 |
2 | Advies en planvorming A15 en A12 (project ViA15) | -1 |
7 | Investeringen riolering | 6 |
8 | Voorbereiding nieuwe omgevingswet | -48 |
Totaal afwijking zonder budgettaire gevolgen | -341 |
Tegenover dit nadeel totaal staat tot hetzelfde bedrag een voordeel door reservemutaties. (zie hiervoor het overzicht “mutaties in de reserves" in deze resultaatanalyse).
2. Afwijkingen per programma van kapitaallasten met effecten op het rekeningsaldo na winstbestemming:
Programma | Omschrijving investering | bedrag (x € 1.000) |
Afwijkingen kleiner dan € 50.000 | 116 |
Rente
Door de wijziging van de voorschriften is met ingang van 2018 onder het programma 0 bestuur en ondersteuning een apart taakveld Treasury opgenomen. Onder dit taakveld behoren de volgende activiteiten van de treasury-functie:
- rente van financiering en beleggingen en dividenden etc. waaronder dividend nutsbedrijven;
- schenkingen en legaten.
Voor deze analyse nemen we alleen de rentecomponenten van het taakveld Treasury mee waarbij we aansluiting hebben gezocht bij het verplichte renteschema in de paragraaf Financiering.
Uit dit schema blijkt een voordeel van afgerond € 56.000 ten opzichte van de raming na wijziging. Dit verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere werkelijk rente voor afgesloten langlopende geldleningen.
Bedragen x € 1.000 | |||||
Renteschema | Begroting | Begroting na wijziging | Werkelijk | ||
a. | Externe rentelasten over de korte en lange financiering | 3.321 | 3.139 | 3.094 | |
b. | Externe rentebaten | -/- | 407 | 224 | 231 |
Totaal door te rekenen externe rente | 2.914 | 2.915 | 2.863 | ||
c. | rente die aan de grondexploitatie moet worden berekend | -/- | 2.201 | 1.962 | 1.971 |
rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -/- | 754 | 590 | 585 | |
-/- | 2.955 | 2.552 | 2.556 | ||
d. | Saldo door te rekenen rente | -41 | 363 | 307 | |
d1 | Rente over eigen vermogen | - | - | - | |
d2 | Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) | - | - | - | |
De aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toe te rekenen rente | -41 | 363 | 307 | ||
e. | De werkelijke aan taakvelden (programma's inclusief overzicht Overhead) toegerekende rente (renteomslag) | -/- | - | - | - |
f. | Renteresultaat op het taakveld treasury | 41 | -363 | -307 | |
Een voordeel van € 56.000 ten opzichte van de raming na wijziging. |